De Dotter (van Georg Ketting)

01-05-2017 18:16

De Dotter
Er is in het vroege voorjaar bijna niets dat zo’n intense gele kleur heeft als de bloemen van de Dotter. En wat dacht u van de bladeren? Toch ook niet een kleurtje groen uit de eerste de beste verfwinkel. Het zal u echter bekend zijn dat in de natuur bijna niets er alleen voor ‘de lol’ is. Ook niet omdat u en ik het zo mooi vinden en er zo intens van kunnen genieten. Nee, dat gele laklaagje op de kroonbladeren zorgt voor een aangename temperatuur in de kelk als het ‘buiten’ nog erg koud is.
De Dotterbloem moet ook wel wat maatregelen treffen om ook bij minder goede weersomstandigheden van zijn nageslacht verzekerd te zijn. Als de weerman/vrouw de ene depressie na de andere op onze hoofden laat neerplenzen en veel vroeg vliegende insecten geen kans zien hun bestuivings-werkzaamheden ten uitvoer te brengen, is dat voor de Dotter geen reden om zijn (bloem)hoofd te laten hangen.
Dan maar geen kruisbestuiving. Nee, de Dotterbloem vangt in zijn kelk het regenwater op. De waterdruppels weken het stuifmeel los dat al drijvend de stempels raakt.
Als je goed kijkt zie je de stempels en helmknoppen op gelijke hoogte staan. Vegetatieve voortplanting behoort als laatste redmiddel ook nog tot de mogelijkheden.
De Dotterbloem heeft zijn naam te danken aan zijn gele kleur, een kleur die vergeleken wordt met het geel van een ei. Het woord Dotter is ontstaan uit ‘dodder’, wat een oud woord is voor dooier.
‘Drunkerd is de Engelse bijnaam voor deze ‘palustris’ (moerasbewoner), maar of hij daarmee zijn naam eer aan doet? De Franse bijnaam ‘souci des marais’(Moerasgoudsbloem) is toch aansprekender.
Zoals vele voorjaarsplanten gold de Dotterbloem vroeger als een anti demonische plant. De bloemen werden geplukt en in de stal gezet, dit belette de heksen om boter te stelen.
In Engeland en Ierland werden slingers van de Dotterbloem aan de deurpost gehangen om de bozen feeën weg te houden.
Ondanks de anti demonische werking kunnen we de bloemen maar beter aan de plant laten zitten want men dacht vroeger, dat als je ze plukte je er luizen van kreeg.
Georg Ketting