Een plant die in het gehele park te vinden is Look zonder Look en kan 20 tot 100 cm hoog worden.
De bladeren aan de voet van de plant zijn lang gesteeld. De bovenste bladeren zijn hartvormig en onregelmatig getand. De bladeren groeien al vrij vroeg in het jaar. De stelen zijn niet vertakt, en gaan meestal recht omhoog. De bloemen hebben vier kroonbladeren. Bij Look zonder Look zijn de kroonbladeren tweemaal zo lang als de kelkbladeren. De bloeitijd is van april tot juli. Bij warmere dagen zelfs tot september
Look zonder Look groeit vooral in de schaduw en op voedselrijke, vochtige grond in loofbossen, langs bospaden en beken.
In de vroegere geneeskunde, werd Look zonder Look aangewend als een middel om zweren te laten rijpen, om het bloed te zuiveren en ingewandswormen te laten af gaan. Uit de niet meer gebruikte naam ‘Alliaria officinalis L.’, blijkt dat het vroeger in de apotheken als geneeskruid te boek stond.
De naam Alliaria is afkomstig van het Latijnse woord Allium: Look of Knoflook, vanwege de knoflookachtige geur die het blad afgeeft als je het stuk wrijft. Naast de bladeren geven ook de bloemen, zaden en wortels deze geur af.
De naam Look zonder Look is goed gekozen omdat de plant niets te maken heeft met de uienfamilie. Het geslacht Alliaria behoort tot de kruisbloemige.
Look zonder Look is ook culinair te gebruiken. Vroeger werd de plant als toekruid gebruikt. Als u niet tegen knoflook kan maar toch van de smaak van knoflook wilt genieten dan is dit kruid geschikt voor u.
Look zonder Look heeft ook nog wel wat enkele andere smaakjes in petto. Zo smaken de zaden scherp mosterdachtig, met heel veel moeite zou je er een soort van mosterd kunnen maken. De geur van de wortel ruikt enigszins naar rapen, maar is erg vezelig om zo maar op te kauwen. De wortel kan je wel mee laten meetrekken in een groentesoep of te gebruiken in een ragout. De witte bloemen kunnen uw slaschotel opsieren maar kunnen er ook door verwerkt worden. Op een boterham met verse kaas geven de bloemen een heerlijke smaak. Natuurlijk zijn er allerlei variaties te bedenken om het kruid te gebruiken.
Vermengd door botersaus en op de vis gedaan geeft een heerlijke pittige smaak. Ook kan je het blad drogen en later als kruid of groente gebruiken.
Als je bent gestoken door een insect dan kan je een gekneusd blad gebruiken tegen de jeuk.
Georg Ketting