Geluidsoverlast

25-09-2016 15:00

hommel - csp5397315Afbeeldingsresultaat voor vlinderAfbeeldingsresultaat voor mier




Heel vroeger was de Hommel het trotste insect dat er rond vloog.
Hij was trots op zijn doorzichtige vleugels en op zijn fluwelen
pakje, maar vooral op zijn zwarte en gele strepen. Ondanks zijn

trotsheid was hij toch ontevreden. Dit kwam omdat niemand uit bos en
veld naar hem keek en zag hoe mooi hij wel was.

Brommend vloog hij in het rond. Hij bromde zo hard, dat horen en
zien verging. De andere insecten hadden een hekel aan hem gekregen.
Als hij in de buurt was dan bromde hij nog eens extra hard. Niemand
kon meer rustig zitten of slapen zonder gestoord te worden door deze
brommende Hommel. Ze werden gek van dat gebrom.

Daarom hadden ze een vergadering belegd. Eerst hadden ze een
rechter gekozen. Het bleek de Mier te zijn. Hoewel de kleinste, was
hij wel de verstandigste van het hele stel. Iedereen en diende een
klacht in bij rechter Mier, zelfs de Hommel. De tafel van rechter
mier lag bezaaid met blaadjes. Op sommige blaadjes stond een kruisje
getekend die waren van dieren die niet konden schrijven.

Ook was er gelegenheid om zich uit te spreken. Als eerste nam de
Vlinder het woord: ,,Als ik op een bloem zit, dan duwt hij mij er
gewoon af". ,,Als ik een slaapje doe, dan komt hij expres bij mijn
oren brommen", zei de Libel.

Zo kreeg iedereen een beurt om zijn beklag te doen. Allen waren
het er over eens dat er iets gedaan moest worden. ,,Weet je wat",
riep een opgefokt Lieveheersbeestje: ,,We moeten iemand sturen die
hem wakker houdt".

Een gejuich ging door de zaal. ,,Ja, das een goeie", riep
iedereen in koor. ,,Maar wie gaat dat doen", riep een insect met
één oog en een lamme poot.

Alle insecten riepen door elkaar het leek wel op een Babylonische
spraakverwarring. De rechter tikte met zijn hamer op de tafel. Maar
als je nu dacht je dat het stil zou worden, dan heb je het mis.
Rechter Mier sloeg nu zo hard met zijn hamer op de tafel dat de
splinters er van af vlogen. Hij schreeuwde zo hard 'stilte', dat
het nog harder klonk, dan het brommende geluid van de Hommel.

Nadat het eindelijk stil geworden was draaide rechter Mier een
blaadje om en zei: ,,Wat denken jullie van juffrouw Krekel? Die kan
genoeg geluid maken". Iedereen keek nu naar juffrouw Krekel die met
een hoogrood kleurtje, heftig met haar kopje nee schudde. Een insect
begon te roepen en de anderen volgden: ,,Krekel, Krekel". Maar nog
steeds schudde ze haar kopje, maar toch niet zo overtuigend meer als
de eerste maal, want ook zij had last van die vervelende brommer.

De insecten begonnen weer te joelen: ,,Krekel, krekel laat je stem
eens horen!" Juffrouw krekel gaf zich gewonnen en begon zo hard als
ze kon te sjirpen. Het geluid was zo hard, dat iedereen zijn oren
dicht moest stoppen. Iedereen was het er over eens dat Juffrouw
Krekel het moest doen.

Rechter Mier gaf een harde klap met zijn hamer en zei: ,,Goed",
zei hij tegen juffrouw Krekel. "Jij gaat naar het huis van de
Hommel en zodra hij slaapt, dan maak je hem wakker".

Juffrouw Krekel ging naar het huis van de Hommel en wachtte tot
hij in slaap was gevallen en begon toen zo hard mogelijk te sjirpen.
's Morgens, 's middags, 's avonds sjirpte juffrouw Krekel. 's
Nacht natuurlijk niet, want dan moest juffrouw Krekel zelf slapen. De
volgende morgen zat ze weer op haar post en alles begon van voren af
aan.

De Hommel die zijn ogen haast niet meer open kon houden ging op
onderzoek uit naar zijn plaaggeest, die hem uit zijn slaap hield.
Even verder op zag hij juffrouw Krekel zitten om een aria te sjirpen.
Woedend riep de Hommel: ,,Je moet je mond houden. Ik wil slapen!"
,,Wij ook", riep juffrouw Krekel geïrriteerd. ,,Jij houdt ons
wakker met dat harde gebrom van je", zei juffrouw Krekel.

Tja daar stonden ze nou, die twee schreeuwlelijkerds tegenover
elkaar. Na lang nadenken zei de Hommel: ,,Als jullie mij met rust
laten, dan zal ik jullie ook niet meer lastig vallen".
,,Afgesproken", zei juffrouw Krekel.

Sindsdien houd de Hommel zich aan de afspraak door zachtjes te
brommen. Maar trots is hij vandaag de dag nog,




Georg Ketting